John Pot ontvangt ons in de ontvangstruimte van technisch adviesbureau en installatiebedrijf Warmtebouw in Utrecht. In de aanloop van ons gesprek vertelt hij – op de wenteltrap – al enthousiast over de gave projecten waar hij en zijn team op dit moment aan werken. een van die projecten is de aanleiding voor ons bezoek, namelijk de renovatie van de iconische Villa Nederheem. Dit pand en het omliggende landgoed is voor de inwoners van Blaricum welbekend en van historische waarde.

Product in de praktijk

Tijdens het gesprek wordt al snel duidelijk dat John een mensenmens is. Hij houdt van communicatie en helderheid. Voor hem draait de bouw niet alleen om techniek, maar vooral om relaties. Zijn functie bij Warmtebouw omschrijft hij dan ook als verbinder. In die hoedanigheid brengt hij partijen bij elkaar en probeert hij alle neuzen dezelfde kant op te krijgen om zo, met het hele team, successen te kunnen boeken. Bij Warmtebouw werken 225 mensen. De exclusieve woonprojectentak, waarvoor John verantwoordelijk is, telt 15 medewerkers.

De bouwestafette

In de bouw zijn alle schakels van elkaar afhankelijk, waardoor communicatie en samenwerking van essentieel belang zijn. “Net wel, net niet kan een wereld van verschil betekenen voor de volgende in de keten.” Het is juist dat verschil dat kan zorgen voor conflicten en vertragingen. Twee zaken die John liever mijdt. Voor hem zijn communicatie en kennis key. “Zolang je het project niet begrijpt, kun je het ook niet maken.” Een project is pas succesvol uit te voeren als alle partijen begrijpen waar het over gaat. Dat gaat altijd op, maar is nog extra belangrijk in het luxere segment waarin hij opereert vanwege de grotere complexiteit van projecten.

Iedereen moet qua ervaring en kennis op niveau zijn om werk van hoge kwaliteit te kunnen leveren en de juiste beslissingen te kunnen nemen. Aan het begin van een project moet het plan daarom duidelijk zijn. 
Alle betrokkenen moeten dat plan begrijpen en weten wat hun aandeel is. “Als je het bijna weet, dan weet je eigenlijk nog niets.” Dat bijna uit zich in het steeds aanpassen van tekeningen, maatvoering en planning. “Je kunt alleen goed plannen als je een overzicht van het totale werk hebt.” Volgens John is dat geen wijsdoenerij, maar gewoon logisch nadenken en daarom ook iets waar hij op stuurt bij de projecten waaraan hij werkt.

Villa Nederheem

Landgoed Nederheem is majestueus gelegen aan de Torenlaan in Blaricum. Het Amerikaanse miljonairsechtpaar William en Anna Singer liet hier in 1937 hun droomvilla bouwen. Na enkele herbestemmingen werd het pand later het gemeentehuis van Blaricum. Nu, in 2019, is het pand klaar voor haar volgende hoofdstuk. Na een grootscheepse renovatie zijn in het bestaande gebouw zeven luxe energiezuinige appartementen gerealiseerd. Variërend van circa 234 m2 tot circa 360 m2 en met veel buitenruimte. In het park van ruim 1,1 hectare is verder een nieuw landhuis in de stijl van de Amsterdamse School verrezen. In dit nieuwe pand zijn nog eens twee energiezuinige appartementen gerealiseerd. Bij de renovatie is rekening gehouden met de monumentale waarde van het pand. Er zijn koelplafonds, vloerverwarming en brongebonden warmtepompen (alpha innotec SWCV162K3 i.c.m. de WWS507 500 liter tapwaterboiler) geïnstalleerd in de appartementen.

Villa Nederheem

“Als je het bijna weet, dan weet je eigenlijk nog niets.”

Passie

Voor John is emotie – naast planning, communicatie en kennis – van essentieel belang om een project op niveau te krijgen. Emotie omschrijft hij als energie in beweging. Het draait om gevoel, passie en gedrevenheid en juist dat heb je volgens hem nodig om projecten in het luxere segment, zoals de renovatie van Villa Nederheem, tot een succes te kunnen maken. “Steeds moet je afwegingen maken. Iedereen moet zijn neus dezelfde kant op hebben staan voor het beste resultaat. De vraag moet zijn wat gaan we doen en hoe gaan we er daarbij voor zorgen dat we niet teveel schade aanbrengen aan het monument. De keuze is dan: kiezen we voor makkelijk of kiezen we voor goed.” Warmtebouw, en John zelf, streven daarbij in alle gevallen naar het best mogelijke resultaat. We vragen John welke uitdagingen hij en zijn team zijn tegengekomen tijdens deze renovatie. “Ik ben eigenlijk verliefd geworden op het project. Dat is natuurlijk vervelend, want als je verliefd bent dan ben je stuurloos.” Dat zorgde enerzijds voor gepassioneerde gedrevenheid, maar anderzijds ook een beetje voor een blinde vlek. Bij dit project bleek bijvoorbeeld dat een aantal dingen uiteindelijk niet volgens plan te realiseren waren. “Het is belangrijk om te zorgen dat de esthetische visie matcht met de gevraagde installaties binnen de bouwkundige mogelijkheden. Bij de start van een project moet er veel meer gekeken worden naar de vraag.” In de toekomst wil John op dit gebied geen genoegen meer nemen met minder. Hij houdt dan veel meer voet bij stuk om zo het beste resultaat, passend bij beloftes en afspraken, zeker te stellen. “Te aardig zijn resulteert meestal niet in veel goeds.”John’s passie en betrokkenheid blijkt ook vaak op zaterdagochtend. Dan trekt hij zijn oude kleren aan en loopt hij even door het project heen. “Dat is mijn liefde voor het vak, ik kom dan dingen tegen waarvan ik denk dat ze nog net iets beter kunnen. Dat is geen romantisch verhaal – ik vind het gewoon echt heel leuk. Als ik aan een project begin dan is het in mijn hoofd vaak al af; ik zie dan voor me hoe het gaat worden. Als ik het idee dan in de praktijk zie, dan word ik gelijk weer enthousiast. Als je dat niet hebt is het ook moeilijk om de energie voor het werk te blijven opbrengen; als je er van een afstand naar kijkt. Dit is niet mijn werk maar mijn manier van leven – ik noem het daarom ook nooit werk.”

Mensenwerk

John heeft een geschiedenis met Nathan. Als voorbeeld noemt hij een project op de Raamgracht in Amsterdam (lees daarover meer in Enervision #26). “Nathan was daar onze grootste inkooppartner. De Raamgracht was voor beide partijen een leerproject. De lessen die we daar geleerd hebben, hebben we toe kunnen passen in Villa Nederheem. We hebben nu bijvoorbeeld de koelplafonds netter en sneller kunnen aansluiten – we hebben heel weinig problemen gehad en veel meer meters kunnen leggen. Sommige plafonds hebben we niet aan laten sluiten tegen de wand, waardoor we ventilatie konden creëren. De lessen die we daar geleerd hebben en de successen die we daar behaald hebben, hebben we mede te danken aan Robert Nagelhout, Projectleider bij Nathan Projects. Wij hebben het project in beeld gebracht en hij heeft de engineering van de vloerverwarming en plafondkoeling op zich genomen. Verder was hij de coördinerende schakel bij de bronboring die door Nathan Projects is uitgevoerd. Robert is een doener, daar hou ik van. Hij en ik vullen elkaar heel goed aan. We hadden zijn input echt nodig. Ik ben ook trots op de inzet van mijn Warmtebouw medestrijders op de werkvloer zoals, Arnold van der Leeden (Projectleider) en Jeroen van Haaren (Controller). Ik vind het opbouwen van persoonlijke banden heel erg belangrijk. Als je elkaar begrijpt kom je samen veel verder; je bouwt dan samen aan hetzelfde doel. Persoonlijke relaties zijn ook een belangrijk onderdeel van Nathan. We hebben een leuke band met het bedrijf en durven ook eerlijk te zijn naar elkaar toe, als iets niet goed is dan zeggen we dat.”

Overtuigingskracht

“Het gaat goed met ons, we hebben goede relaties en mooie projecten lopen, maar er zijn altijd weer heerlijke nieuwe uitdagingen. Een van die uitdagingen is het feit dat mensen twijfelen tussen de verschillende vormen van opwekking. In Nederland is budget vaak leidend bij het vinden van het juiste antwoord. Nederlanders zijn inkopers. In het buitenland vragen ze hoe lang iets meegaat, in Nederland vragen ze wat het kost. Een wereld van verschil. Ik probeer boven die kostendiscussie uit te stijgen door mijn verliefdheid voor een project bij anderen te injecteren. Ze moeten verliefd worden op mijn verhaal. Ik probeer onzekerheid weg te nemen en de weegschaal in balans te brengen met vertrouwen.”

De goede naam van John en van Warmtebouw wekt dat vertrouwen. “We verdienen elke dag geld, soms verliezen we geld. Op onze naam zijn we altijd zuinig. Aan het einde van de rit krijgt mijn klant wat ik hem beloofd heb. Dat is hoe je een naam bouwt en in stand houdt. Dat is waar wij als team en organisatie voor staan en dat maakt ons succesvol.”

De Kenniscrisis

“We komen razend kennis te kort in de branche. De crisis is nu voorbij, maar op een bepaalde manier zitten we toch nog op een dieptepunt door het nijpende kennistekort. Er zijn veel jonge jongens die handig zijn, maar mensen met echte kennis vinden is lastig. Wij hebben hier, bij Warmtebouw, ook geen 225 man met alle kennis. Wel hebben we een paar dragende spelers die kennis overdragen.” Warmtebouw gaat de kenniscrisis ook tegen door intern op te leiden. “Wij hebben hier een mooi auditorium waarin we regelmatig les geven. We zijn op het moment bezig met het voorbereiden van praktijkopvoeringen zoals rollenspellen. Mensen op de werkvloer willen namelijk niet lezen en schrijven, maar ervaren en voelen. We laten situaties uit de praktijk zien en zetten het team daarmee aan het denken. Samen komen we dan tot nieuwe ontdekkingen en oplossingen. Kwaliteit zit in jezelf blijven verbeteren. Mijn vader had een uitspraak: bijna recht is scheef. Dat is alleszeggend en past naadloos bij de visie van Warmtebouw. We zeggen hier namelijk: Wat warmtebouw doet, dat doet Warmtebouw goed. Gewoon eerlijk zijn en dan blijf je ook geloofwaardig. Dat principe, dat past bij ons bedrijfs-DNA, proberen we het team mee te geven.Opleiden en coachen kost energie; je bent altijd bezig met verbeteren, uitleggen en het opvolgen van gemaakte regels en afspraken. Het vergt aandacht. Zelf ben ik geworden wie ik ben door de aandacht van mijn vader. Vervelen was vroeger bij ons thuis geen woord.

Als kind ging ik al met mijn vader mee naar projecten, dat voelde voor mij als spelen. Tegenwoordig is tijdens het werken vaak geen tijd om aandacht te besteden aan opleiden. Dat is zonde, want juist daarmee maak je de vaklieden van de toekomst. Techniek is altijd in beweging. Het is de basiskennis die je overal brengt. Met een goede basiskennis ben je bij nieuwe ontwikkelingen heel snel op niveau. Die basiskennis is nu beneden peil in Nederland.”

Mensen van de toekomst

John denkt veel na over hoe de vakmensen van de toekomst opgeleid zouden moeten worden. Hij vindt de huidige manier van opleiden gebrekkig. “Sinds het schoolsysteem op de schop is gegaan wordt er een heel andere kwaliteit afgeleverd dan vroeger. Ik vind de scholen van nu één grote bende. Zodra je die jonge jongens in dienst hebt, moet je ze zelf nog echt gaan opleiden. Daar is in de praktijk helemaal geen tijd voor. Ze zouden een goede leermeester moeten hebben en met aandacht begeleid moeten worden. Mijn vader was die leermeester voor mij. Tegenwoordig is er geen aandacht meer; mensen worden in het diepe gegooid. Ik vind dat je iemand twee jaar lang bij de hand moet nemen, een ambacht moet leren en fabrikanten moet betrekken voor productkennis. Medewerkers moeten fysiek en mentaal sterk zijn. Op school zou daarom niet alleen aandacht moeten zijn voor vakkennis, maar studenten zouden ook begeleid moeten worden op het gebied van houding, communicatie, presentatie en mentaliteit. Het zou moeten gaan om het totaalplaatje – op dit moment worden jongeren nog naar school gestuurd zonder dat ze actief begeleid worden naar een diploma, dat zou niet moeten kunnen.”

Een ander aspect waar John over nadenkt is loopbaanontwikkeling. “Op een gegeven moment moet je flexibel in je carrière durven zijn. Met het oog op de latere pensioenleeftijd zou ook daarvoor aandacht moeten zijn op scholen. Het is niet meer realistisch om te verwachten dat iemand zijn hele leven dezelfde functie blijft uitoefenen. Ik denk dat de toekomstige generatie erop voorbereid moet zijn dat ze twee of drie functies zullen hebben in hun loopbaan. Installateurs / loodgieters zouden bijvoorbeeld rond hun vijftigste een mentorrol op zich kunnen nemen om zo bij te dragen aan het kennisniveau van de jeugd. Ik sluit niet uit dat ik me zelf ook nog eens actiever ga inzetten op het gebied van onderwijs en mentorschap.”